blog

 

Florence - Volare

Volare
Pisa ligt onder ons maar er ligt vanuit een paar duizend meter hoogte een lichte waas
overheen, die de verantwoordelijken het zicht ontneemt. Helaas helaas, zegt de captain,
maar we kunnen hier niet landen, en vliegen door naar Genua. Een kwartiertje slechts en
dan komen we naar beneden op een baan die half in het water voor de steile kust ligt.
Tussen ons en het vasteland een reusachtig verlicht cruiseschip. De captain spreekt nog een
paar troostende woorden: “Bienvenuti in Italia, alleen jammer dat dit het verkeerde vliegveld
is”. Maar er worden bussen geregeld, belooft hij, het is twee uur rijden. Hoewel de
gezagvoerder erbij zegt dat het nog minstens een half uur duurt voordat we het vliegtuig
kunnen verlaten, stormt het merendeel van de passagiers het gangpad op en trekt luid
snaterend de tassen uit de rekken. Onmiddellijk wordt in het staan en druk gebarend de hele
wereld gebeld. Ook opa en oma en vrienden van vroeger moeten het weten: wat ons nu is
overkomen.... Het lijkt wel een vismarkt.


Sneller dan aangekondigd worden we opgehaald en in de aankomsthal gedropt. Een ronde
doelloos wachten begint. Er staan wat koffie- en snoepautomaten. De stemming is vrolijk
gelaten. Een paar Amerikanen besluiten voor driehonderd euro een taxi te nemen, maar
waarom eigenlijk? Wat kan er zo dringend zijn om negen uur ’s avonds? Na een half uur de
aankondiging in het Italiaans dat er binnen nog een half uur bussen komen, na nog een half
uur dezelfde aankondiging in het Engels. Ruim een uur daarna rijden er twee bussen voor.
Stormloop, ieder voor zich, God voor ons allen. De chaos bereikt een gezellig hoogtepunt.
Maar het mooie is: in Italiaanse chaos zit systeem. Je kunt erop vertrouwen. Opeens zit
iedereen op een eigen plaats, men zucht tevreden, doet de ogen dicht om een slaapje te
doen en de bussen rijden de snelweg op, die eindeloze bochten door de bergen begint te
trekken. In de verte diep onder ons glinstert de zee. Eigenlijk een feestje. Precies twee uur
later worden we op Pisa Aerporto afgeleverd. De maan staat groot en laag aan een heldere
hemel. Het is één uur in de nacht. De scheve toren rust uit van de toerismestromen. Het
gazon erom heen ligt er volledig verlaten bij. Geen mens of souvenir te zien. Zo sereen en
volmaakt heb ik het nog nooit meegemaakt. Een bijzondere beloning.


Reizen is contrasten aanvaarden. Italië vormt daarop geen uitzondering, integendeel. Dit
land is weergaloos mooi én lelijk. Met zoveel geschiedenis kan je dat ook niet scheiden. In
dit museum moet ook geleefd worden. En dat gebeurt met overgave. Historische
binnensteden zijn eilanden van schoonheid, omringd door uitgestrekte woonwijken en het
soort glas- en aluminiumhallen tussen oleanders die je tegenwoordig overal aantreft en
waarin zich bedrijven en kantoren verschuilen. Het meeste zal weer verdwijnen. Wat mooi is,
zal de eeuwen doorstaan. Het Forum Romanum heeft de 21e eeuw ook gehaald.


Vedere
Naar Florence voor de Uffizi. Het is weer tijd. Je kunt er honderd keer heen en honderd keer
is het overweldigend. Alles wat Europa heeft voortgebracht weerspiegelt zich hier. Het begint
steeds weer argeloos, maar naarmate de wandeling door de zalen en loggia’s vordert,
ontstaat dat gevoel van eeuwigheid. Je weet: het kan niet mooier meer worden. Tegelijk: al
die geniale schilders en beeldhouwers, ze zijn er niet meer. Niet meer dan namen nog zijn
het na al die eeuwen. Ze weten zelf niets van hun eeuwige roem, die zelfs voor de
beroemdsten niet eeuwig zal zijn, omdat ooit de mensheid ophoudt te bestaan en de aarde
eerst levenloos zal worden en dan in niets zal oplossen wanneer de zon ons over een aantal
miljarden jaren verlaat. Maar intussen is het hoogst bereikbare hier te zien, hier in Florence,
hier in de Uffizi. Hier hebben mensen het volmaaktst mogelijke achtergelaten waartoe ze in
staat waren, ieder op hun eigen wijze. Ik bewonder het portret van Francesco I de Medici,
een van de grondleggers van de Uffizi, dat ergens in de beeldengang hoog tegen het plafond
hangt. Het hangt er achteloos, staat in geen gids, maar is een juweel van de zuiverste soort,
net als al het andere dat hier staat en hangt.

Natuurlijk schitteren Michelangelo en Leonardo. Natuurlijk is Botticelli overrompelend. Maar
‘onbekende' schilderijen zijn soms nog fascinerender dan de topstukken, omdat ze niet al in
duizendvoud beschreven zijn, omdat ze nog kunnen verrassen. Hoe prachtig de Christus op
het schilderij van Lucas van Leyden, hij zit er nonchalant, bijna onverschillig bij, terwijl de
doornenkroon in zijn voorhoofd prikt en je de fysieke pijn die dat moet veroorzaken kunt
voelen. En Bronzino, die Eleonora van Toledo met haar zoontje Giovanni heeft geschilderd.
Je wilt haar gewaad, een orgie van fluweel en brokaat, onmiddellijk aanraken. Wat wil deze
vrouw ons zeggen met haar serene verlegen-afstandelijke blik, die doet denken aan Mona
Lisa? Zien we Eleonora of alleen de toen heersende visie van een renaissanceschilder op
het vrouw-zijn? Hoe verrassend de Duitse schilderkunst van de vroege renaissance, hier is
de top daarvan verzameld: Dürer, Holbein, Memling, Pencz. Hun werken ademen de
noordelijke liefde voor het detail, die twintig zalen later bij de 17e-eeuwse schilders van de
lage landen zijn sublimatie zal vinden.


Er wordt ook veel onthoofd in de Uffizi. Johannes de Doper en Holofernes moeten het
meermaals ontgelden. Guido Reni laat het hoofd van Goliath aan de vingers van David
bungelen. Ook het hoofd van Medusa omringd door slangen is een geliefd thema, onder
meer bij Caravaggio. Je voelt nog de waarschuwing die de machtigen met dit soort werken
gaven. De plastische manier waarop Gentelischi de onthoofding van Holofernes door Judith
verbeeldde werd een Medici-hertogin te veel. Dit schilderij werd naar de verste uithoek van
de Uffizi verbannen. Als je het ziet kan je begrijpen waarom.


Ammirare
Ristorante Acqua al 2. Toevallig langsgekomen en naar binnen gestapt omdat het er zo
levendig en gemoedelijk uitzag. En zo is het ook. Aan lange tafels wordt gegeten, maar
vooral geleefd. Eén grote Bühne, met overgave en veel gebaren wordt gepraat en gepraat.
Soms meer tegen elkaar dan met elkaar. Parallelle woordenstormen. Niemand die ook maar
één moment verstilt of tijd nodig lijkt te hebben om na te denken, te formuleren. Dat gebeurt
tijdens het praten, niet vooraf. Eén grote stroom van conversatie overspoelt de muren van dit
etablissement terwijl de familie die het runt onverstoorbaar haar werk doet, met een
souplesse die ongelofelijk is. Bij toeval ontmoeten vrienden en bekenden elkaar hier bij de
deur of bij het zoeken van een plaats. Kusjes vliegen door de lucht, een hand wordt over de
buik van de vriend gewreven. Iedereen komt net van de catwalk. De sjaal ligt toevallig
precies in de juiste plooi. La vita e bella. Wie dit niet wil aannemen, heeft hier niets te
zoeken.

<< Go back to the previous page